Non-fictie

Ik stuur deze brief maar op goed geluk weg – hella S. Haasse 
Vanaf het moment waarop Hella S. Haasse in 1938 op twintigjarige leeftijd vanuit Nederlands-Indië in Nederland aankomt om te gaan studeren, schrijft ze haar ouders over haar nieuwe, onwennige leven. Vertelt ze aanvankelijk op luchtige toon hilarische anekdotes, al snel is er door de Tweede Wereldoorlog en vervolgens door de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog geen briefverkeer meer mogelijk. Haar vader en moeder, ieder in een ander jappenkamp geïnterneerd, zullen pas jaren later lezen hoeveel ingrijpends er in het leven van Hella heeft plaatsgevonden: haar huwelijk, de Hongerwinter, de geboorte van haar eerste twee dochtertjes, van wie de oudste als peuter overlijdt, en haar debuut als schrijfster van Oeroeg. Voor het eerst gepubliceerd: de bewaard gebleven brieven van de jonge Hella S. Haasse aan haar ouders en schoonouders.

De Zanzibar driehoek – Martin Bossenbroek 
In 1873 dwingt Groot-Brittannië de sultan van Zanzibar tot het sluiten van de plaatselijke slavenmarkt, het centrum van de Oost-Afrikaanse mensenhandel. Een kwart eeuw later is het op het hele eiland gedaan met de slavernij. Net als met de onafhankelijkheid van het sultanaat. Na de kortste oorlog in de geschiedenis – nog geen drie kwartier – wordt Zanzibar een Brits protectoraat. Einde van de slavernij, begin van de onderwerping. Het westerse imperialisme is, heel paradoxaal, zowel humanitair, commercieel als agressief.
De Zanzibardriehoek beschrijft de laatste episode in de slavernijgeschiedenis vanuit de direct betrokkenen: de zendeling-ontdekkingsreiziger David Livingstone, bijgestaan door bevrijde slaven als James Chuma en gevolgd door avonturiers als Henry Stanley. Sultan Barghash en slavenhandelaar Tippu Tip verzetten zich, maar moeten buigen voor één man, de selfmade diplomaat John Kirk. Uiteindelijk is ook Kirk zelf niet meer dan een trekpop van de werkelijke hoofdrolspelers in de Europese regeringscentra.
De Zanzibardriehoek gaat net als De Boerenoorlog over goede bedoelingen, kwade opzet en de tragiek van Afrika, het slaafgemaakte continent.

Gort over de grens, reisgids – Ilja Gort 
Voor het succesvolle televisieprogramma Gort over de grens reist Ilja Gort al jarenlang naar de mooiste plekjes in Frankrijk. Op die vele reizen bezocht hij bijzondere plaatsen en geheime adresjes die je niet snel in de gidsen zult vinden. Met deze reisgids kunt u zijn volledige route navolgen, de mooiste plekken uit de serie met eigen ogen bekijken en langsgaan bij de wijnboeren en kaasmakers die hij bezocht. Deze Reisgids Gort over de grens Frankrijk bevat de 14 regio’s van seizoen 1 t/m 3. Met foto’s van Caroline d’Hollosy, plus originele beelden uit de serie zelf. Noordelijk Frankrijk: Bretagne, Elzas. Midden-Frankrijk: Loire, Bourgogne, Dordogne, Auvergne en Haute-Savoie. Zuidelijk Frankrijk: Frans-Baskenland, Tarn, Frans-Catalonië, Languedoc, Camargue, Provence, Corsica.

Je mag wel ban zijn, maar niet laf – Toni Boumans 
Eind negentiende eeuw besluit Popke Bakker, zoon van de kastelein van herberg ‘De Drie Zwaantjes’ in Langweer, met zijn vrouw Dieuwke en hun negen kinderen – het zouden er vijftien worden – een garen- en -bandwinkel te beginnen in Buitenpost. De zaak P.S. Bakker wordt al gauw een begrip en groeit in de jaren die volgen uit tot een bekend modehuis in het noorden, met filialen in Leeuwarden en Groningen. De streng gereformeerde Bakkers zijn ook bestuurlijk en politiek actief. Van de kleinkinderen van Popke en Dieuwke zijn er enkelen homoseksueel, een geaardheid die ze vanuit hun gereformeerde achtergrond proberen te verbergen. Couturier Sjoerd, zijn broers Albert, Popke en Dirk, en hun neef, uitgever Bert Bakker, spelen een prominente rol in het artistieke milieu van de late jaren dertig in Amsterdam. Na de inval van de Duitsers komen zij in verzet. Uiteindelijk zal Sjoerd, die de politie-uniformen maakte voor de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister in 1943, met zijn verzetskameraden worden geëxecuteerd. Ook andere Bakkers wacht een dramatisch lot. Het is voor het eerst dat hun nazaten zich lieten interviewen over hun voorouders. Toni Boumans kreeg ook toegang tot veel persoonlijke documenten en schreef een onvergetelijk verhaal van een uitzonderlijke familie met een bewonderenswaardig moreel kompas.

Escher worden – Joris Escher 
In een negentiende-eeuwse Chinese lakdoos met ivoren puzzels vindt Joris Escher twee tekeningen van zijn oudoom, de wereldberoemde graficus M.C. Escher. De bladen hebben al minstens 90 jaar het licht niet gezien. Hij vermoedt dat deze vroege studies een sleutel vormen in de ontwikkeling van Escher als kunstenaar en begint een ontdekkingsreis naar de oorsprong van diens fascinaties. Wie was zijn oom Mauk? Hoe is hij Escher geworden? In de voetsporen van M.C. Escher wordt de lezer meegevoerd van Haarlem naar Italië, van Japan en China naar Canada, en van Spanje terug naar Baarn. Joris Escher leert zelf houtsnijden, tekent op de plaatsen waar zijn oudoom heeft getekend en vindt talloze nog onbekende verhalen, vreugdes, vriendschappen en verbanden uit Eschers leven. Door de ogen van M.C. Escher beleeft de lezer zijn ontwikkeling van jongeman tot graficus, kunstenaar en ten slotte tot de Escher die we allemaal kennen. Escher worden maakt daarmee van het genie Escher weer een aanraakbaar en feilbaar mens.