VARSSEVELD – Afgelopen zondag was de in Groenlo geboren schrijver Bert Wagendorp te gast in het Borchuus in Varsseveld. Boekhandel Rutgers had hem uitgenodigd om te vertellen over zijn Boeken ‘Phoenix’ en het pas verschenen ‘Kalle’. Twee delen uit een serie van in totaal vier boeken die bij elkaar horen (tetralogie) over de memoires van Abel Sikking. Wagendorp werd geïnterviewd door zijn partner Wilma de Rek, Chef Boeken van de Volkskrant.
Tekst: Ria Tuenter

In ‘Phoenix’ leren we de dan achtjarige Abel Sikking kennen als hij met zijn broertje en ouders (arbeidsmigranten) op de houten SS Phoenix de oversteek maakt van Winterswijk naar Amerika. Op 21 november 1847, acht kilometer uit de kust van hun eindbestemming Sheboygan in Wisconsin, breekt er brand uit aan boord en weten slechts 41 passagiers (van de 210), te ontsnappen aan deze ‘Titanic van de Achterhoek’. Abel is er één van. Hoewel zijn personage fictief is, berust de geschiedenis om hem heen op waarheid.
In de meeste boeken van Wagendorp zijn de hoofdpersonages, net als hij, afkomstig uit de Achterhoek. “Hoewel je nooit een groep mag generaliseren, kenmerkt de Achterhoeker zich naar mijn idee als twee zielen in één borst”, zegt hij. “Enerzijds zijn ze nederig, volgzaam en loyaal, anderzijds hebben ze een anarchistische ziel. Meegaand lijken maar ondertussen toch doen wat je zelf wilt. ‘Jao, jao’ zeggen maar eigenlijk nee bedoelen. Ik noem het een vorm van stil verzet. Als je Guus Hiddink vraagt of hij een Achterhoeker is, antwoordt ie: “Lees het eerste hoofdstuk van ‘Tsaar Guus’ van Wagendorp maar. Vind ik wel een compliment”, zegt Bert.
Het idee voor Phoenix sluimerde al wat langer in zijn hoofd, vertelt Wagendorp. “Misschien moest dit wel mijn grote verhaal, hét boek worden. Een klein jongetje dat als enige van het gezin de ramp overleeft. Zijn verleden is weg, maar hij is ook vrij; heeft geen last meer van verwachtingen. Het idee van helemaal opnieuw kunnen beginnen, sprak me wel aan. Ik wilde een soort avonturenroman schrijven, in de geest van Mark Twain, bekend van ‘De Lotgevallen van Tom Sawyer en Huckleberry Finn’. Verhalen die je blijft lezen, die je opslokken.”
In ‘Phoenix’ en ‘Kalle’ staat de vriendschap tussen Abel en Kalle centraal. Ze zijn al vriendjes als jonge jochies in de Achterhoek maar hun vriendschap verdiept zich als ze met hun gezin emigreren naar Amerika. Ze groeien samen op in een klein dorp in Wisconsin, kennen elkaar van haver tot gort en zijn als broers. Later maken ze beiden carrière in New York. Abel als journalist van The New York Herald en Kalle als fotograaf. Samen doen ze verslag van de Amerikaanse burgeroorlog die in 1861 losbarst. In die tijd konden kranten nog geen foto’s afdrukken, ze werden tentoongesteld in de fotogaleries. De verhalen in de ‘Herald’ waren gebaseerd op sensatie. Het bloed moest van de pagina’s druipen. Wagendorp leest een passage voor uit ‘Kalle’: “Je kunt de vreselijkste dingen nog zo beeldend opschrijven, de lezer wordt er niet warm of koud van.” {…} “We hebben beelden nodig”, zei Kalle. “Foto’s waar je de koude rillingen van krijgt. Ik wil het bloed laten zien, de afgeschoten ledematen, de dode ogen vol angst. Ik wil de mensen wakker schudden. Ik ga eraan kapot, maar het moet.”
Deze passage sluit naadloos aan op de column van Wagendorp in De Volkskrant van 20 april jl. Over de Oekraïense fotograaf Evgeniy Maloletka, winnaar van de World Press Photo 2023. Hij won deze prijs met de inmiddels wereldberoemde en hartverscheurende foto van een gewonde hoogzwangere vrouw die wordt weggedragen uit een door de Russen gebombardeerde kraamkliniek in Marioepol. “De winnende foto’s staan altijd voor iets groters, meestal iets ellendigs; ze tonen bijna altijd wat mensen andere mensen aandoen”, schrijft Wagendorp. “Het nieuws van het jaar, samengevat in één beeld. ‘Het is een beeld dat ik wilde vergeten’, zei Maloletka, ‘maar dat kon ik niet.’ Horror is het die je het liefst zou vergeten, maar juist daarom is het goed dat we ermee worden geconfronteerd.”